Beppe - de moeder van heit - woonde in Oosterwolde. Wanneer ze na een bezoekje aan de familie wegging, zwaaide heit, als de tram er aan kwam, met een lantaarn. De tram stopte dan voor de boerderij. "We hadden op deze manier onze eigen halte."
Ook gingen de kinderen regelmatig met moeke op bezoek bij beppe. Toen de kinderen klein waren ging de po mee voor onderweg. Bij hoge nood werden de kinderen in de tram op de po gezet. "Moeke gooide de po gewoon leeg naar buiten toe." Wilt, de twee jaar oudere broer, wilde niet in de tram op de po maar hij moest van moeke. "Dan had hij de pest in." |
Aankomst van de tram te Oosterwolde |
Beppe |
Beppe had een stoof met kooltjes. Zij had het daardoor lekker warm. Maar het bezoek had het koud want de kachel stond alleen maar wat te smeulen. "Als beppe de kamer uit was, gooide moeke gauw meer turf in de kachel." Beppe droeg altijd een witte muts met gouden oorijzers. Ze had gitten kralen om en was dan echt een mevrouw. |
Beppe kwam van Fochteloo, van een grote boerderij die daar nog altijd staat. Heit heeft daar in zijn jeugd gewoond met pake en beppe. Later heeft oom Hendrik, een broer van heit, de boerderij overgenomen. Beppe is toen naar Oosterwolde verhuisd. |
De boerderij te Fochteloo |
Mieke |
Opa en Opoe Beun - de ouders van moeke - woonden in een huisje, achter in het veld.
"Een prachtig witgeschilderd huisje. Maar er was een grote stookhut bij - en eigenlijk werd daar altijd geleefd. De vloer van het huisje was van rood cement. En op de vloer strooide opoe met zand waardoor mooie versieringen ontstonden."
"Eens in de veertien dagen ging de familie bij opa en opoe op bezoek. Ieder kreeg dan aardappelsoep ('erepelsoep'). En na het eten gingen we dan op een regenbak zingen. En we mochten niet eerder weg, voor we het angelus hadden gezongen."
Lig je hulpeloos als kind in je wiegje teneer,
als een knop van een bloem, warm en zacht. Is je moeder van 's morgens tot laat in de nacht, ze verzorgt je en houdt trouw de wacht. Je het beste het mooiste te geven, is de vreugde van heel het bestaan. En je kunt haar niets heerlijker schenken op aard, als een lach die slechts zij kan verstaan. Mijn eerste grote liefde was jij, moederlief. Jij gaf je beste krachten voor mij, moederlief. Want wie was zo goed en zo trouw? Wie heeft er die kijkers van jou? Mijn eerste grote liefde was jij, moederlief Je gaf je beste krachten voor mij, moederlief Want wat klopt zo warm toch in vreugde en smart, een liefdevol moederhart. Opoe moest dan altijd even huilen.
De hele familie Beun zong. Er werd accordeon gespeeld.
"En twee ooms konden fluiten als vogels."
Kortom, een heel muzikale familie. |